Vergeten wielerheld

De Christelijke hoogdag Pasen waarop de verrijzenis van Jezus wordt gevierd, viel dit jaar samen met een sportieve hoogdag.

“Parijs-Roubaix” is één van de oudste wielerwedstrijden (1896) die jaarlijks wordt gereden, precies één week na de Ronde van Vlaanderen.

Als derde van vijf monumenten in het wielrennen wordt deze eendagswedstrijd beschouwd als één van de oudste, langste en meest prestigieuze (kassei)klassiekers in het wielrennen. De renner die één van deze monumenten weet te winnen, mag zijn/haar carrière als geslaagd beschouwen.

Toegegeven, wie wielrennen zegt, denkt niet meteen aan Antwerpen. Momenteel rijdt er met Victor Campenaerts slechts één Antwerpse renner rond in het peloton en aangezien Victor dezer dagen herstelt van een blessure, gaat hij zondag niet winnen.

Voorlopig heeft nog maar één Antwerpse wielrenner “De Hel van het Noorden” gewonnen. Georges Ronsse deed het in 1927 in exact 8 uur, 32 min. en 20 sec.

Terwijl sommige Antwerpse ‘helden’ vereeuwigd werden als standbeeld of als portret in de Arenbergschouwburg, raakten anderen in de vergetelheid.

Georges Ronsse werd begraven op het Schoonselhof op perk 12, rij 10 maar haast u niet met bloemen en hulde want zijn graf werd intussen helaas geruimd. Nochtans werd Georges in 1928 als allereerste Belg ooit Wereldkampioen wielrennen in Boedapest. Een jaar later kon hij zijn wereldtitel verlengen in het Zwitserse Zürich.

Tweevoudig wereldkampioen Georges Ronsse zou nog vaak de handen in de lucht mogen steken. Niet enkel in het wielrennen op de weg, ook in het baanwielrennen en het veldrijden behaalde hij successen.

Georges Ronsse overleed op 53-jarige leeftijd aan de gevolgen van een kwalijk gezwel, op de dag dat de jonge Eddy Merckx zijn eerste gele trui mocht aantrekken op het podium van de Ronde van Frankrijk.

Dominique Osier