Winter 1564-1565. De Schelde was toegevroren van 26 december tot 6 januari. Kunstschilder en etser Joris Hoefnagel maakte naar aanleiding hiervan de ets ‘Feest op de toegevroren Schelde voor Antwerpen’ waarop hij ons Antwerpenaren van alle rangen en standen toont die zich overgeven aan dolle winterpret.
Al schaatsend en sleeënd of net heel voorzichtig steunend op een wandelstok begeven ze zich heen en weer tussen het Vlaams Hoofd en de Werf. Ze lachen en lallen en laven zich met spijs en drank aan de vele kraampjes die op het dikke ijs werden opgetrokken. Stadsspeellieden verzorgen de muziek bij een groepsdans in het midden van de bevroren rivier.
We kunnen er vandaag slechts met verbazing naar kijken maar echt uitzonderlijk was dit niet. Het was niet de eerste keer dat de Schelde volledig bevroor. En ook nadien in de 17de, 18de en 19de eeuw waren er momenten dat het scheepsverkeer voor Antwerpen volledig stilviel als gevolg van aanhoudende vorst.
Tijdens de grootschalige modernisering van de Haven van Antwerpen in de 19de eeuw werd de Schelde voor Antwerpen in breedte ongeveer verdubbeld tot ca. 500m en werd het debiet aanzienlijk vergroot. Ook de getijdenwerking en het door industrie vervuilde water voorkomen het dichtvriezen.
Bijgevolg lijkt het eerder onwaarschijnlijk dat we dergelijke taferelen in onze tijd nog zullen meemaken.
Dominique Osier